Hoe Vis Je Vanaf De Kant Op Snoekbaars?

Vissen op snoekbaars vanaf de kant, er wordt vaak simpel over gesproken. Shadje, loodkopje, hengeltje en vis vangen maar! Toch komt er stiekem meer bij kijken dan je aanvankelijk zou denken. Wees niet bang: in de basis is de visserij simpel, maar er zijn wel een aantal belangrijke dingen om op te letten. Hopelijk geeft dit artikel je handvatten, zodat niets jou in de weg staat om succesvol te zijn!

Laten we bij het begin beginnen, stel je moet nog een hengelset aanschaffen, wat zijn dan belangrijke zaken om op te letten als je wilt snoekbaarzen vanaf de kant? Het een en ander is natuurlijk afhankelijk van persoonlijke smaak. Zo vindt de één het fijn om met een ultra-strakke hengel te vissen, terwijl een ander liever een iets zachtere stok in de hand heeft. Toch vallen er wel eigenschappen aan te wijzen waar een goede snoekbaarshengel aan moet voldoen.

Ruggengraat
Wat ruggengraat is nooit weg. Een te soepele hengel zwabbert veel, gooit beroerd en geeft aanbeten slecht door. Een strakke hengel is in deze visserij veel meer op zijn plaats. Dit kun je makkelijk zelf testen door een hengel in de hand te nemen en er flink mee heen en weer te zwiepen. Als de hengel seconden lang na blijft trillen is het voor deze visserij foute boel. Staat de hengel na zo’n flinke zwiep vrijwel onmiddellijk weer stil? Dan ben je op de goede weg! Zo’n strakke hengel gooit fijner, maar het belangrijkst is dat hij aanbeten feilloos doorgeeft. Qua lengte kun je denken aan alles tussen de 2,20 m en 2,70 m. Als werpgewicht is 10-30 tot 20-60 gram, afhankelijk van de omstandigheden, aan te raden.

Waar let je op bij het aanschaffen van een nieuwe snoekbaarshengel?

Gevoel
Wat betreft de molen komt het wat minder nauw. Een soepel draaiend model in het formaat 1000 tot 2500 is een prima keuze. Test altijd even of de slip goed is af te stellen en soepel lijn vrijgeeft, als dit alles het geval is heb je een uitstekende molen voor deze visserij! De spoel van die molen draai je vol met een gevlochten lijn. Het voordeel daarvan is dat het geen rek heeft, wat de gevoeligheid weer ten goede komt. Alles komt bij deze visserij aan op het voelen van die aanbeet. Zo’n aanbeet kan spijkerhard zijn, maar ook ontzettend subtiel. De beste dikte van de lijn is een klein beetje afhankelijk van de heersende situatie, maar ligt grofweg tussen de 06/00 en 10/00. Snoekbaarzen zijn liefhebbers van obstakels. Vind je bruggen, kribben en steenstorten met wat dieper water in de buurt? Dan kan snoekbaars niet ver weg zijn!

Snoekbaars proof
Aan het uiteinde van de hoofdlijn knoop je een leader. Bij het vissen op snoekbaars wordt vaak voor een fluorocarbon leader gekozen, in diktes van 22/00 tot 35/00. Dit materiaal heeft als voordeel dat het schuurbestendig is en onder water vrijwel onzichtbaar. Met een zogenaamde ‘Albrightknoop’ kun je de hoofdlijn en de fluorocarbon onderlijn met elkaar verbinden. Aan het uiteinde van deze leader komt het kunstaas te hangen.

Uiteraard kun je het gewoon knopen, maar de meeste vissers kiezen er toch voor om gebruik te maken van stevige snaps. Daarmee is wisselen een fluitje van een cent, wat vaak handig is bij die wispelturige snoekbaars! Naast fluorocarbon wordt er ook wel met soepel 7×7 staaldraad als onderlijn gevist. Waar veel snoek zit is dit een betere keuze. Fluorocarbon is namelijk maar beperkt bestendig tegen de vlijmscherpe snoektanden.

Hoe zwaar?
Aan de speld, of het uiteinde van de leader moet uiteindelijk een softbait en een loodkop komen te hangen. De eerste inschatting die je zelf moet maken is hoe zwaar er gevist moet worden. Als vuistregel geldt over het algemeen: vis zo zwaar als noodzakelijk, maar zo licht als mogelijk. Je wilt in staat zijn om het kunstaas net boven en op de bodem aan te bieden, op een manier waarbij jijzelf de volledige controle hebt. Je wilt alles voelen.

Om dit te bewerkstelligen heb je wat gewicht nodig. In geval van stroming zal dat meer zijn dan in stilstaand water. Hetzelfde geldt voor diep ten opzichte van ondiep water. Vooruit dan, nog een vuistregel: in stilstaand water met een diepte van grofweg 3 meter kun je in de meeste gevallen met een tien grams loodkopje prima ‘bodem houden’. Voel je voor je gevoel te weinig? Vis dan gerust ietsje zwaarder. Gaat het juist allemaal wat makkelijk en snel? Probeer dan eens een iets lichter loodkopje.


Techniek
De techniek die gebruikt wordt bij het werpend vissen op snoekbaars gaat als volgt: je werpt het kunstaas uit, sluit de molenbeugel en laat het naar de bodem zakken. Als het kunstaas de bodem heeft bereikt voel je dat door een tikje op de top. Je kunt ter controle altijd de lijn boven de molen tussen duim en wijsvinger klemmen om te voelen of er spanning op staat. Als de spanning er af is weet je dat het kunstaas op de bodem ligt en kan er begonnen worden met binnenvissen. Draai een slag met de molen binnen en wacht daarna tot het kunstaas de bodem weer heeft bereikt.

Dit proces herhaal je totdat het kunstaas recht voor je voeten ligt. Uiteraard kun je variëren, soms wat sneller draaien en soms wat trager om zodoende te achterhalen wat die rovers vandaag willen hebben. Aanbeten komen in de regel tijdens het afzakken, vlak nadat je hebt gedraaid dus.
De lekkerste aanbeten zijn niet te missen en kunnen aanvoelen alsof er een duiker onder water een goede ruk aan je kunstaas geeft. Soms echter, kan een aanbeet ook enorm subtiel zijn… Opletten geblazen dus! Je kunt beter een keer te vaak, dan te weinig aanslaan. Wanneer je wat voelt kun je het best hard proberen om de haak te zetten.

Softbaits
Er zijn softbaits met een peddelstaart, met V-staart, met een twisterstaart of zogenaamde creaturebaits. Hoe maak je daar nu een goede selectie in? Wat is in welke situatie bruikbaar? Sowieso is het goed om van alles iets te hebben, zodat je nooit misgrijpt. Vaak mag het in de zomer uitbundiger dan in de winter.
In warmer water mogen softbaits best veel herrie schoppen onder water; een softbait met een grote peddelstaart is dan vaak een goede keuze! Het omgekeerde geldt in de winter. Dan mag het vaak trager en subtieler en zijn creaturebaits of softbaits met een V-staart vaak effectiever.

Wie de tacklebox van een doorsnee snoekbaarsvisser opent zal zien dat er opvallend veel chartreuse/groene shads gebruikt worden, dat is niet voor niets. Vaak is dit een kleur die het goed doet bij de snoekbaars. Toch werkt dit niet altijd, of op ieder water. Daarom is het dus fijn om te kunnen variëren. Over het algemeen is het zo dat in troebel water fellere kleuren op aandacht van snoekbaars kunnen rekenen en in helder water juist natuurlijkere kleuren.

Stekkeuze
Je kunt de juiste softbait, met de goede kleur aan de perfecte loodkop vissen, maar als je hem op een plaats vist waar geen snoekbaars zwemt zul je uiteraard geen vis vangen. Waar maak je nu kans op snoekbaars? Allereerst is het goed om te weten dat snoekbaars niet van licht houdt. In troebel water, op grotere dieptes of andere spots waar hij in de schaduw kan vertoeven voelt snoekbaars zich thuis. Verder is het een vis die van structuur houdt. Scherpe taluds, bruggen, steenstorten, palen dukdalven, duikers, het zijn allemaal potentiële snoekbaars hotspots die je maar beter kunt afvissen.

Welzijn
Voordat je dolenthousiast en overhaast naar buiten rent om die snoekbaars te gaan vangen; denk ook even aan het welzijn van die vis! Het kan voorkomen dat een snoekbaars wat dieper wordt gehaakt, daarom is een lange onthaaktang met een dunne punt onmisbaar. Vis je vanaf hoge kades? Neem dan zeker een schepnet met een lange steel, of dropnet mee. In geval van een stenen ondergrond is een lichtgewicht onthaakmatje ook een must. Zo kunnen die prachtige rovers zonder twijfel weer onbeschadigd worden teruggezet zodat je hem over een paar jaar, als de vis is uitgegroeid tot een waar monster, nog eens vangen!

Succes!

 

SCHRIJF JE NU IN VOOR DE SPRO NIEUWSBRIEF