Trollen heeft niets met vissen te maken, wordt door sommige werppuristen beweerd. In onderstaande video laat Eddy te Mebel je zien dat trollen meer is dan simpel een plug achter de boot aan laten lopen. In dit artikel kun je alles eens rustig nalezen, zodat jij snel trollend achter de rovers aan kunt!
In deze video legt Eddy je alles uit over het trollen met klein kunstaas.
STEKKEUZE
In de late zomer en in het najaar ligt de vis, zeker op een rivier, verspreid over de hele rivier. Je kunt de vis in theorie dus overal verwachten en juist daarom is trollen zo effectief. Je bestrijkt veel water en komt de vis zo als ‘vanzelf’ tegen. Als houvast is het goed om taludranden te volgen. Probeer de boot over een diepteverschil van 3 of 3,5 meter diepte naar ondieper water te sturen en laat je kunstaas aan de onderkant van het talud lopen. Dat is eigenlijk altijd een goede keuze.
KUNSTAAS
Qua kunstaas grijpt Eddy het liefst naar ‘kleine’ bolle pluggen met een lengte van tussen de 4 en 8 cm. Hierbij let hij vooral op de duikdiepte van de pluggen. Over het algemeen kun je de meeste roofvis in de buurt van de bodem verwachten en dus is de diepte van de door jouw gekozen stek leidend. Je wil kunstaas dat in de buurt van de bodem zwemt. Tot een halve meter boven de bodem is ideaal, maar ertegenaan mag ook! Sowieso is drijvend kunstaas het fijnst bij het trollen. Wanneer je vis aan één hengel krijgt dan weet je in elk geval dat het kunstaas aan de andere hengel naar het oppervlak zal drijven en niet vast komt te zitten aan de bodem.
STEUNHENGEL
Trollen mag met twee hengels tegelijk en dus kun je ook een hengel in een hengelsteun zetten. Omdat je die hengel niet in de hand hebt kun je met die hengel minder snel reageren op veranderende dieptes en andere zaken. Daarom is het een goed idee om aan de steunhengel een kunstaas te monteren met een iets ruimere marge boven de bodem. Zo hoef je jezelf bij plotseling veranderende dieptes geen zorgen te maken over eventuele vastlopers. Verder is het aan te raden ervoor te zorgen dat de steunhengel langer is dan de handhengel. Op die manier voorkom je dat de lijnen van beide hengels elkaar kunnen kruisen.
SNELHEID
De meeste crankbaits lopen bij een snelheid van tussen de 4 en 5 km/u het mooist, dit is dan ook de snelheid waarop Eddy meestal vist. Op stromend water werkt de stroming mee, of tegen dat is wel iets om rekening mee te houden. Stel dat de rivier stroomt met een snelheid van 3 km/u, dan mag er met de stroming mee een GPS snelheid van 8 km/u en tegen stroming in een snelheid van 2 km/u gehanteerd worden om de ideale actie in het kunstaas te krijgen.
DIEPTE
Zoals eerder genoemd is het handig om je kunstaas dicht bij de bodem te presenteren, want dat is waar de meeste roofvis zwemt. Maar hoe weet je nu of je kunstaas diep genoeg zit? Er zijn een paar manieren waarop je dat snel kunt checken. Het makkelijkst is door je kunstaas geleidelijk wat extra lijn te geven tot je een tikje voelt als teken dat het kunstaas tegen de bodem botst. Daarna kun je een metertje lijn opdraaien en dan weet je dat je kunstaas op de juiste diepte zit. Een andere methode is door goed te voelen. De constante stroming van de rivier wordt nabij de bodem namelijk onderbroken. Grote keien, mosselbanken en andere structuren zorgen er daar voor dat de stroming wordt gebroken. Deze wervelingen kun je in de hengeltop voelen. Als je dat voelt dan weet je ook dat het kunstaas op de goede diepte zit.
KLEUREN
Wat betreft kleuren van het kunstaas is Eddy een uitgesproken voorstander van contrastrijke kleuren. “Als de vis de lichtere kleur niet goed kan zien, dan kunnen ze de donkere strepen wel zien.” Een logica waar geen speld tussen te krijgen is. Sowieso is het een goed idee om wat keuze te hebben. Zorg voor wat felle en natuurlijke opties en de kans is het grootst dat de vanger-van-de-dag in jouw tacklebox zit.
BEET
Wanneer je ergens beet krijgt kun je twee dingen doen: opnieuw ingooien en gewoon doorvissen, of teruggaan en diezelfde stek nog een keer meepakken. Eddy is op een stromende rivier voorstander van het doorvissen, maar op stilstaand water niet. Op stilstaand water zijn de hotspots vaak duidelijker en vissen meer geconcentreerd. Dan kan het dus lonen om één stek twee of zelfs meer keren te bevissen.
HENGELS
Bij het trollend vissen zijn er twee eigenschappen enorm belangrijk in een hengel en dat zijn de ruggengraat en de dempende eigenschappen. De ruggengraat is van belang voor het zetten van de haak en helpt je ook om de dril tot een goed einde te brengen. Een van de leuke dingen van trollen is dat je nooit weet welke vissoort er als volgende bijt en hoe groot die vis dan is? Het kan een baars zijn, maar ook een meerval van meer dan anderhalve meter! En daarom zijn de dempende eigenschappen van een zachtere hengeltop noodzakelijk. Daarmee kun je de klappen van een grote gehaakte vis goed opvangen! Eddy zijn favoriet is de SPECTER Vertical met een werpgewicht van 7-28 gram. Voor de grotere crankbaits pakt hij liever een iets pittigere hengel met een werpgewicht tot ongeveer 65 gram.
TOT SLOT
Hopelijk heb je iets aan deze tips en trucs van Eddy en kun je ze snel in de praktijk toepassen. Abonneer jezelf op ons YouTube kanaal om niets meer te missen. Hier verschijnen regelmatig leuke visvideo’s vol actie. Verder zijn we op Instagram en Facebook te volgen.